“Ik ben in totaal vier keer naar Japan geweest; we hebben er drie korenmolens en een watermolen neergezet”

“Iedereen kort mijn naam af tot Dorus, daar ben ik aan gewend. Ik woon sinds 1967 in deze molen, de kinderen zijn hier opgegroeid. Molenaar zijn is voor mij een manier van leven. De kleinkinderen vinden het een feest om bij ons op de molen te zijn. We draaien in elk geval iedere eerste zaterdag van de maand. Per jaar moeten we 100.000 omwentelingen halen, anders krijgt de Rijnlandse Molenstichting geen subsidie voor het onderhoud van de molens.
Vanaf de ambachtsschool, waar ik voor timmerman leerde, ben ik het molenmakersvak ingegroeid. Ik heb jarenlang voor de firma Verbij gewerkt. Inmiddels ben ik met pensioen. In de jaren ’80 kwam een Japanse delegatie kijken naar een nieuwe molen in Delfshaven. Die mensen vonden het zo geweldig, dat ze in Japan ook molens wilden hebben. Verbij kreeg de opdracht. In 1989 plaatsten we de eerste molen in Japan. Die hadden we hier helemaal gebouwd en vervolgens verscheept. Ik ben in totaal vier keer naar Japan geweest; we hebben er drie korenmolens en een watermolen neergezet.

In het begin van de eeuw is de Vlietmolen afgebrand, in 1913 werd hij herbouwd. Pas in 2002 is deze molen weer water gaan malen. Het oude schoepenrad is vervangen door een vijzel, die je makkelijker uit het werk kunt zetten. Dat is soms nodig om niet teveel te malen. Naast de molen zit het gemaal van het waterschap, de molen is hulpgemaal. Als het waterpeil te hoog is en het gemaal kan het niet aan, zetten we de molen aan het werk.
We hebben een eigen groententuin rond de molen, dat kost natuurlijk tijd om bij te houden. Verder speel ik graag tennis en schaats ik. Op natuurijs schaatsen is er de laatste tijd jammer
genoeg niet veel meer bij. Ik doe wel aan schoonrijden in paren. Per seizoen zijn er vijf wedstrijden. Dat is erg leuk om te doen.”