“Een boerenkar met een Ferrarimotor”
Willem: Van 1978 tot 1999 heb ik de Veendermolen gemalen. In die periode heb ik zelf het onderwiel van de molen gerestaureerd. Van beroep was ik timmerman. Het was een machtig gezicht toen er 36 vrachtwagens grond werden gestort om de terp te verhogen.
Pieter: Ik ben eigenlijk bij toeval molenaar geworden. Ik ben fanatiek zeiler en zeilde bij de zeilschool die hier in de molen zit. Een zeilboot en een molen hebben gemeen dat je een spel met de wind speelt. Mijn interesse voor de molen groeide en in 1988 mocht ik van Wim ook gaan malen en daar ben ik hem erg dankbaar voor. Later had ik het geluk dat ik in 1991 met mijn gezin in deze molenaarswoning kon gaan wonen. Leen van den Berg kwam hier toen ook nog geregeld op bezoek. Een legendarische figuur die hier vanaf 1947 beroepsmatig heeft gemalen. De Veendermolen is een fantastische molen. Het is een boerenkar met een Ferrarimotor. Ik vind het prachtig om de molen bij goede wind flink te laten doormalen. Als ik dat ding in bedwang kan houden gaat mijn hart open. Die lamp daar in de hoek van de kamer staat dan te trillen en te rammelen.
Willem: Ik zeg altijd maar: “Het is leuk als de molen er morgen ook nog staat.”
Pieter: Daarin verschillen wij dus. Ik ben meer de romanticus die met vier volle zeilen wil malen.
Ik zal even citeren uit het Molenlied:
“Machtig hooglied, schrikb’re wijzen
Zielbeangstigend concert,
Dat daar bij het zonnerijzen
Door de storm gegeven werd.
Op die trouwe watermolen,
Als een speeltuig ongestemd,
Hoe ‘k de rust mij voel ontstolen,
Hoe dat lied mij ‘t hart omklemt.”
In dit lied wordt precies verwoord hoe ik me voel als de molen flink staat te malen en te werken.
Willem: Laat dat ding maar draaien dan vind ik het wel genoeg.