“Laat mij maar naar dat stromende water kijken, dan ben ik gelukkig”
“Mijn hele leven ben ik al gefascineerd door water. Als jochie van zeven groef ik greppels in het land waar de Shetlanders van mijn moeder stonden. Daar maakte ik dan sluizen en bruggetjes in. Op zeker moment had ik een greppel gegraven van ruim een meter breed en zo’n tien meter lang. De sluis erin werkte perfect. Maar water had ik niet. De greppel lag hoger dan de sloot, dus een kanaaltje bood geen oplossing. Na een paar honderd emmers water sjouwen stond er nog maar een bodempje water in de greppel.
Zo kwam ik op het idee om een watermolentje te bouwen. Daarvoor klopte ik aan bij mijn overbuurman Koos Groenendijk. Hij was molenaar en wilde mij wel helpen. Toen ik 11 was ging ik al met hem mee naar zijn molen, de Oudenhof, daar heb ik heel veel geleerd. Dat molentje van mij is nog steeds niet af en de greppel is al lang weer dichtgegroeid. Intussen haalde ik wel vorig jaar, als jongste ooit, mijn molenaarsdiploma van de Rijnlandse Molenstichting. Ik was toen nog geen 17. Nu ben ik hulpmolenaar op de Achthovense molen van Koos en de Doeshofmolen van Ger Abraham.
Op de agrarische school koos ik de richting veehouderij. Ik volgde een stage op een kaasboerderij en bij brugwachters. Van die brugwachtersstage kwam een vakantiebaan en van de vakantiebaan een volledige baan als nautisch verkeersbegeleider (brugwachter). Ik ben nu in dienst van de provincie Zuid-Holland en werk in Leiden op post De Waard. Ik volg interne opleidingen in de nautische richting. Vroeger werkten brugwachters bij de brug zelf, nu gaat de bediening op afstand.
Het is een prachtige combinatie: sluismeester en molenaar, ik ben altijd bezig met water. Verder studeren hoeft voor mij niet. Laat mij maar naar dat stromende water kijken, dan ben ik gelukkig.”
Bovenstaand interview is uit 2009.
Thomas is nu molenaar op de Hondsdijksemolen. Na 9 jaar Sluismeester bij Rijkswaterstaat te zijn geweest, heeft hij nu een combinatie van Hoefsmid en Sluismeester bij Provincie Zuid-Holland.