Willem van Duijn

Molenaar op Doeshofmolen

"Ik heb niet mijn hele leven gedacht, ik ga molenaar worden.”

 

Toen het bedrijf waar ik werkte failliet ging en nieuw werk maar matig beviel omdat ik minder vrijheid had, ging ik lezen over molens en zo kwam ik al gauw bij de Rijnlandse Molenstichting terecht, bij Koos Groenendijk. Dat klikte. Elke zaterdag les, afspraken nakomen, ging geweldig goed.
In 2011 begon ik aan de opleiding. In 2012 heb ik proefexamen gedaan en in 2013 deed ik examen. Moeilijk is het niet maar je moet wel veel leren. Als leerling ben ik ook wel in de Salamander gaan kijken.  In Delft heb ik gedraaid op de Roos, een stellingmolen. Ik heb daar een leuke tijd gehad maar met steeds meer molenaars, veel vergaderingen, mails en daar ben ik niet van. Na de opleiding ben ik in 2012 hier op de kleine molen gaan draaien. Sommige dingen, voornamelijk de binnenkant, heb ik zelf opgeknapt, met behoud van originaliteit. Wij, Koos en ik, zitten hier elke zaterdag met z’n tweeën te draaien, in de polder, in de natuur.


Wat ik technisch interessant vind is dat de materialen altijd verschillend moeten zijn: een gietijzeren as moet in een stenen lager draaien en nóóit in een gietijzeren lager. En dat zo’n gietijzeren as na járen draaien in een Arduinsteen,  niet slijt, maar nog steeds perfect in dezelfde oorspronkelijke steen past. We smeren met reuzel. Dat moet door een gehaktmolen en dan maak je er een bal van. Met een  plamuurmes breng ik het in het lager aan. Met zo’n bal reuzel  doe je ongeveer een jaar. De tandverhouding is ook interessant. Die mag niet op elkaar deelbaar wezen. Anders zou één kam elke keer dezelfde staaf raken. Daar zit zoveel kennis achter. Dat was zo en dat is nog steeds zo. Het oppervlakte water is hier best schoon. Alleen als ze mest injecteren, dan schuimt het in het scheprad behoorlijk. Vroeger schijnt dat nog veel erger te zijn geweest.
Corrie en ik zijn fanatieke motorrijders. We gingen met twee kinderen, de Harley en het zijspan op vakantie. Mijn vrouw heeft haar eigen motor, een Triumpf Bonneville.  Ik houd van klassieke motoren. Op zo’n motor ben je geen motorrijder maar een machinist. Eigenlijk ben ik meer motorrijder dan molenaar.


De Doeshofmolen, een kleine achtkanter met scheprad, is uit 1830 maar na een storm in 1949 is een gebroken roede niet hersteld en raakte hij in verval. In 1963 kocht de stichting de molen en maakte hem weer draaivaardig. In 2004 werd hij weer maalvaardig met o.a. een nieuw buitenscheprad en een nieuw binnenwerk. In tegenstelling tot de Achthovense molen, met meerdere eigenaren, is van de Doeshofmolen weinig bekend. Hij was eigendom van Diederik van der Does en hoorde bij Huis ter Does.
Een molen kan op hol slaan. Je kunt hem dan hopelijk weer “vangen”, afremmen. Als dat niet lukt moet je  omkruien maar dat probeer je te vermijden. Hij is wel eens door de vang gegaan nadat ik de ketting had losgemaakt. Toen moest ik hem heel snel omkruien. Fokwieken geven echt vermogen. Na zulke wiekverbeteringen moet je ook de remmen verzwaren. Je kunt wel eerder malen maar je moet ook eerder stoppen. In de molen is het niet afgetimmerd want dan wordt het weer zo’n benauwd hok. Ik zit graag buiten in de schaduw van de molen. Deze heeft eigenlijk een te grote bovenkap. De Munnikkenmolen heeft de mooiste verhoudingen. Ik vind die verscheidenheid van molens mooi. Bij Kinderdijk zijn het allemaal dezelfde types.


De Doeshofmolen heeft geen pompfunctie meer. Als ik maal, kan ik een sluisje open zetten. Hij maalt meer dan er terugloopt. Ik bemaal ook niet meer de hele polder. Er zijn twee peilen in de polder. Voor de vogelplas is het peil wat hoger met een overstort naar de polder waar de molen aan staat.
Wij hebben nu veel zwaluwen. Die zitten allemaal in het hekwerk. Daar zitten ze relatief veilig voor de buizerd. Soms zet ik de wieken overhek dan kunnen de aalscholvers niet op de wieken gaan zitten.
Hier zitten ook veel zwanen, nu een nest met 5 jongen . . . en kwakende kikkers . . . de eerste nachten dat we hier sliepen was het zo’n herrie dat we geen oog dicht deden. Onze haan kan er ook wat van.

Deze website maakt gebruik van cookies om u een optimale gebruikerservaring te bieden.

Meer info