“Molenaar ben je tegenwoordig zelden meer fulltime”
“Vanaf mijn elfde ben ik al door molens gefascineerd, ik ben nu 45. Ik begon als jochie rond te kijken op de Stevenshofjesmolen. Arie van den Ham was daar toen molenaar. Later, in 1981, kwam ik op de Hoop doet Leven als vrijwillig molenaar. Die was toen nog eigendom van het Hoogheemraadschap Rijnland en had 40 jaar stilgestaan. Daar moest wel een en ander aan gebeuren om ´m weer op gang te krijgen. Dat heb ik zelf gedaan, op vrijwillige basis. Eigenlijk al het gaande werk aan de binnenkant moest nagekeken en gerepareerd. De molen stond in Rijnsburg, maar is eind jaren negentig verplaatst naar Voorhout. In Rijnsburg kwamen steeds meer gebouwen van de veiling, daar had de molen geen vrije windvang meer.
Ik heb een eigen molen bij de molenviergang in Aarlanderveen, de enige nog werkende molenviergang ter wereld. Bijzonder is, dat de vier molens samen de hoofdbemaling vormen van de ‘Drooggemaakte Polder aan de Westzijde te Aarlanderveen’. Deze molenviergang is ondergebracht in een aparte stichting en hoort dus niet bij de Rijnlandse Molenstichting. Ook in Zevenhuizen staat nog een molenviergang, maar die is niet meer in bedrijf voor polderbemaling. Wonen op een molen brengt je veel vrijheid. Iedere dag ben je weer dicht bij de natuur.
Molenaar ben je tegenwoordig zelden meer fulltime. Ik combineer het met mijn werk als molenmaker bij de firma Verbij in Hoogmade. Het is prettig om ergens te werken waar mensen begrijpen dat malen soms voor moet gaan. De molens van de Rijnlandse Molenstichting hebben echt een functie als er veel regen in korte tijd valt en de gemalen het werk tijdelijk niet aankunnen.
Naast bezig zijn met molens repareren, draaien en malen fiets ik in de zomer graag door de polders. Vroeger heb ik ook veel gefotografeerd, maar de laatste jaren komt het daar niet meer zo van. Ik heb genoeg te doen.”