Omdat molens voldoende wind moeten kunnen vangen, maar ook een goede positie in het landschap verdienen, heeft de Provincie Zuid-Holland instructieregels opgesteld die gemeenten in hun bestemmingsplannen of omgevingsplannen moeten opnemen. Deze regels voorzien in een maximale toegestane hoogte van bebouwing of begroeiing in de eerste 400 meter van een molen.
Hierdoor kunnen de draaiende onderdelen van een molen voldoende in beweging blijven en dragen molens bij aan de ruimtelijke kwaliteit.
Aanvullend is voor onze stichting van belang dat bebouwing of begroeiing nabij een molen ook voor zogeheten zeilslag kan zorgen. Zeilslag is een gevolg van een onregelmatigere windtoevoer en deze zorgt voor onevenredig grote krachten op de spil en de wieken van de molen (die gaan meer buigen), waardoor de molen ontzet kan raken, met alle kosten van dien. Alleen bij een gelijkmatig draaien kan de molenaar de molen zijn werk laten doen.
Door de extra hinder door zeilslag moet de molenaar blijven corrigeren om de molen gelijkmatig te laten draaien. Daarmee ontstaat voor vrijwillige molenaars een onwerkbare situatie en zal de molen vaker worden stil gezet.
Een correcte toepassing van de instructieregels van de Provincie is dan ook van groot belang.
In de afgelopen tijd speelden onder andere de volgende kwesties in onze molenbiotopen:
Molendriegang Driemanspolder in Leidschendam
De gemeente Leidschendam-Voorburg had eind vorig jaar een nieuw bestemmingsplan vastgesteld, maar daarin de al heel lang geldende instructieregels van de Provincie niet toegepast.
Onze stichting had daarop een beroep bij de Raad van State ingediend.
In vervolg daarop hebben we met de gemeente een aantal werkafspraken op papier gezet om de tijd te overbruggen tot het jaar 2028 waarin de herziening van het omgevingsbeleid in de gemeente in procedure komt. Aan de grootste bezwaren tegen het bestemmingsplan is daarmee tegemoet gekomen. Het beroep bij de Raad van State voor het recent vastgestelde bestemmingsplan van het gebied waar de Molendriegang in ligt hebben we ingetrokken.
Weijpoortschemolen Bodegraven
Bij de Weijpoortschemolen zijn een aantal jaar geleden nieuwe bomen geplant. Dat was in strijd met het verouderde bestemmingsplan, maar op termijn ook met de recente molenbiotoopregels. Bomen worden immers jaarlijks hoger.
Na overleg gaat de gemeente de bomen gefaseerd vervangen door minder hoog wordende begroeiing.
De molenbiotopen zijn door de gemeente ook opgenomen in het eigen beheersysteem en zijn voor de medewerkers van de gemeente daardoor meer in beeld.
De gemeente heeft verder toegezegd om de provinciale instructieregels in het eigen omgevingsplan op te nemen.
Klaas Hennepoelmolen in Warmond
Deze molen heeft tot op heden geen formele molenbiotoop. In september vorig jaar heeft onze stichting een verzoek gedaan bij het provinciebestuur om dit formeel te regelen.
Deze molen had in 2003 een molenbiotoopbescherming moeten krijgen en in 2017 kwam onze stichting daar achter en trok daarover aan de bel bij de Provincie. Helaas zonder resultaat.
Maar na ons verzoek uit september heeft de Provincie laten weten dat ze geen reden zien om geen formele molenbiotoop vast te stellen en dit in de herziening van de omgevingsverordening aan te passen. Hierdoor kwam men er ook achter dat ook Korenmolen De Regt in Nieuw-Lekkerland geen molenbiotoop had. Dit wordt ook meteen hersteld.
Teylingen: het 1000-bomenplan
Net als in veel andere gemeenten heeft ook Teylingen het voornemen om extra bomen te gaan planten. Op veel plekken draagt dit bij tegen hittestress en om meer water vast te houden bij extreem weer. Dit komt de leefbaarheid van de inwoners en de natuur ten goede en dat kunnen we als Rijnlandse Molenstichting onderschrijven. Molens van onze stichting worden op verzoek van het Hoogheemraadschap jaarlijks ingezet om de reguliere gemalen te helpen het water bij extreme neerslag polders uit te malen.
Maar om onze molens dit ook te kunnen laten doen is het van belang om bij de aanplant de regels ten aanzien van de molenbiotopen te hanteren.
We hebben de gemeente gevraagd om dit bij de aanplant te doen.

Huizen in de molenbiotoop van de Klaashennepoelmolen.
Foto: B. Vermeulen