Bestemming
Wordt door een vrijwillig molenaar in bedrijf gehouden. De molen fungeert als hulpgemaal voor de Buurterpolder en wordt ingezet bij extreme wateroverlast of als het gemaal niet werkt. De Buurterpolder omvat 67 ha, de opvoerhoogte is 1,80 m.
Historie
De molen is rond de 18e eeuw gebouwd voor de bemaling van de Buurterpolder, ook wel Bakkers- of Ruygenhouckpolder genoemd. Gelet op de leeftijd van de molen is dit niet de oorspronkelijke molen. Op de kaart van Balthasar Berckenrode uit 1615 staat de Ruygenhouckpolder al ingetekend, alleen met de molen aan de oostkant van het eiland, uitwaterend op de Ade. De huidige molen staat aan de westkant en loost op de Kever. Er bestaat ook nog een kaart van Jan Pieter Dou, uit 1623, met daarop een plan om een molen te plaatsen aan de westkant van het eiland. Dat plan is toentertijd niet uitgevoerd. Later, in gewijzigde vorm dus wel, maar daarvan is het exacte bouwjaar onbekend.
Voor een kleine polder als de Buurterpolder is de capaciteit van de molen erg groot. In Rijnlandse termen: ‘een paard voor een hondekar’.
De molen is tot ongeveer 1969 in bedrijf als hoofdbemaling en wordt in 1970 door het polderbestuur overgedragen aan de Rijnlandse Molenstichting. In 1982 wordt het bovenhuis gerestaureerd, trap en staart worden grotendeels vernieuwd en ook krijgt de ondertoren een nieuw rietdek. De Buurtermolen was ooit uitgerust met fokwieken, thans met Oud Hollands tuig en heeft een vijzel.
De molen staat in 2017 weer een forse restauratie te wachten o.a. vanwege een scheefzakkende fundering en rot houtwerk. De restauratie is te volgen via een door de molenaar bijgehouden fotoverslag.