Groote Molen

Zoeterwoude

Bestemming

De molen wordt inbedrijf gehouden door een vrijwillig molenaar. De molen is maalvaardig en maalt in circuit door de afdamming in 1972 van de voorboezem.

 

 

Historie

De molen was tot 2018 de oudste molen in eigendom van de Rijnlandse Molenstichting. Voor een wipmolen is het ook een forse molen met een vlucht van 25 meter.

Oorspronkelijk is de molen uitgevoerd met een scheprad buiten de molen. In 1953 is het scheprad verwijderd en is in de achterwaterloop een vijzel aangebracht. Gelijktijdig werd een Deutz dieselmotor als hulpkracht in de molen geplaatst.

In 1972 is de voorboezem afgedamd en sindsdien is er geen verbinding meer met de Oude Rijn. Daarom maalt de molen nu in een circuit. Het eigendom wordt in 1973 aan de Rijnlandse Molenstichting overgedragen. De molen wordt op vrijwillige basis bemalen.

 

Op 2 april 1973 trekt een zware storm over Noord- en Zuid-Holland en Noord-Nederland. Met veel schade en met slachtoffers tot gevolg. In dit geweld breekt de koker van de molen af en wordt het bovenhuis met wiekenkruis en al, volkomen vernield. In de jaren daarna wordt de molen volledig gerestaureerd maar het duurt tot 1976 alvorens de molen weer maalvaardig is.

 

Medio 2016 wordt de molen tijdelijk stilgezet omdat de buitenroede van binnenuit zodanig is verroest dat er gevaar dreigt dat deze breekt bij het malen. Daarom is in 2017 een nieuwe buitenroede gestoken. In 2018 wordt het groot onderhoud vervolgd: de kap van de molen wordt gedekt met rubberfolie (EPDM) en het zijbeschot van het molenhuis wordt deels vernieuwd. 

Het met de hand steken van de nieuwe molenroede

 

Seingeving:De polders ten zuiden van de Rijn en langs de Gouwe waren onderworpen aan een maalpeil om overstromingen te voorkomen. Als de waterstand in de boezem te hoog werd mocht er geen water de polders meer uitgemalen worden. Een aantal molens had daarom de functie gekregen van seinmolen om voor het bereiken van het maalpeil te waarschuwen. Overdag werd dan op de seinmolen aan de rechtopstaande wiek een zwart-wit-zwarte-vlag gehesen; 's nachts werd een heldere lantaarn gebruikt. De molenaars in de omgeving wisten dan dat ze zo snel mogelijk moesten stoppen met malen.

De molenaar van de Groote Molen moest zich vanaf 1862 aan de seingeving houden. Toen vielen ook de molens die op de Rijn loosden ten oosten van de Meerburgerwetering onder het maalpeil.

 

Het is niet helemaal duidelijk onder welk sein de Groote Molen toen viel. Gezien de waterstaatkundige situatie en afstand is het waarschijnlijk dat dit de Zelden van Passe was, maar de Noordelijke Bovenmolen van de Hazerswoudse Westvaart is ook een mogelijkheid.

 

In 1899 valt de molen onder het sein van de seinpaal van het stoomgemaal van de Geer- en Kleine Blankaartpolder. Dit is niet van lange duur, want in 1928 moet de molenaar zich officieel richten op het sein van de Zelden van Passe. De molenaar kon door begroeiing het sein van de seinpaal al niet meer zien en hield in de praktijk al het sein van de Zelden van Passe aan.

 

Deze situatie duurt totdat de molen geen functie in het waterbeheer meer heeft. Dat is in 1972. In 1974 wordt de seingeving afgeschaft.

Deze website maakt gebruik van cookies om u een optimale gebruikerservaring te bieden.

Meer info